Dinsdag zijn er aan elf mannen die ervan
verdacht worden in de nacht van 30 op 31 juli 2005 een spoor van
vernielingen te hebben aangericht in het centrum van Mijdrecht
werkstraffen aangeboden variërend van 40 tot 60 uur. Hierbij
is rekening gehouden met de documentatie van de verdachten.
De vernielingen die deze nacht werden
aangericht bestonden uit het ingooien van ruiten, het vernielen van
een auto, het vernielen van een ingang van een winkelcentrum en van
een slagboom. Aanvankelijk hield de politie 26 verdachten van dit
uitgaansgeweld aan. Uit het onderzoek dat volgde konden zeventien
personen, waarvan vier minderjarigen, verantwoordelijk worden
gehouden voor de strafbare feiten. Niet is gebleken dat
soortgelijke feiten die zich eerder in Mijdrecht hebben voorgedaan,
ook aan deze verdachten kunnen worden toegeschreven.
Een van hen, de hoofdverdachte, moest zich
op 20 januari 2006 verantwoorden voor de meervoudige kamer van de
Utrechtse rechtbank. Hem werd openlijk geweld ten laste gelegd en
hij werd twee weken later veroordeeld tot 168 dagen gevangenisstraf
waarvan 60 voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde dat hij
zich moet houden aan de aanwijzingen van Centrum Maliebaan. Ook de
vordering van de benadeelde partij is toen ten dele toegewezen.
Deze verdachte is daarna is hoger beroep gegaan en deze zaak zal
worden behandeld door het Hof in Arnhem.
De twaalf andere verdachten moesten
vandaag voor de officier van justitie verschijnen die hiervoor een
zogenoemde TOM-zitting hield in het gemeentehuis van Mijdrecht. TOM
staat voor Taakstraf Openbaar Ministerie. Elf verdachten zijn
verschenen en zij hebben allen de aangeboden taakstraf
geaccepteerd.
bron:OM