Gezinnen met problemen worden in de
toekomst geholpen via de aanpak 'Eén gezin,
één plan'. Hulpverleners maken een totaalplan
waarmee de kinderen en het gezin worden geholpen. Eén van
hen coördineert de zorg. Dat staat in het Programma voor jeugd
en gezin 2007-2011: Alle kansen voor alle kinderen. Minister
Rouvoet (Jeugd en Gezin) heeft het programma naar de Tweede Kamer
gestuurd. In de nieuwe aanpak hebben de leden van het gezin en de
hulpverleners één aanspreekpunt.
Centra voor Jeugd en Gezin
Vanaf 2011 kunnen ouders voor hulp bij
opvoeding terecht bij een Centrum voor Jeugd en Gezin.
Opvoedingsondersteuning komt beschikbaar voor alle ouders.
De vrijblijvendheid is voorbij, schrijft
Rouvoet. Ouders moeten hulp aanvaarden zodra de veiligheid,
gezondheid of ontwikkeling van hun kind in gevaar komt. Zo nodig
kunnen zij via de rechter worden gedwongen mee te werken aan een
betere opvoeding. Ouders die zorg mijden, worden actief
opgezocht.
Preventie
Ook wil Rouvoet een omslag naar preventie
bereiken: problemen van kinderen en gezinnen zo vroeg mogelijk
opsporen en verhelpen.
De jeugdgezondheidszorg maakt voor elk
kind daarom in de eerste vier jaar na de geboorte een risicoanalyse
van opgroei- en opvoedproblemen. Zo nodig wordt meteen hulp
ingezet.
Via het Elektronisch Kinddossier (vanaf
2008) worden gegevens over de kinderen overgedragen. Met de
Verwijsindex (vanaf 2009) worden kinderen die in de problemen
komen, eerder opgespoord.
Snel ingrijpen
Bij ernstige problemen wil Rouvoet snel
kunnen ingrijpen.
Daarom kan als een kind direct gevaar
loopt, binnen 24 uur hulp worden geboden. Het kind kan ook uit huis
worden geplaatst. In spoedeisende gevallen gebeurt dat binnen een
week, anders binnen maximaal twee maanden. In het uiterste geval
wordt een kind in een pleeggezin of tehuis geplaatst.
Verder wil Rouvoet de werklast binnen de
gezinsvoogdij verminderen. Het aantal gezinnen dat een gezinsvoogd
onder zijn of haar hoede heeft, wordt daarom verlaagd naar
vijftien.
Bron:programmaministerie voor Jeugd en
Gezin