De politierechter in Zutphen heeft twee
mannen en een vrouw uit Aalten schuldig bevonden aan het stalken
van hun directe buren. In het eerste half jaar van 2006 hadden zij
vanuit hun achtertuin de beide buurmannen, een getrouwd
homoseksueel echtpaar, waarvan er één al 16 jaar op
hetzelfde adres woonde, vele malen op discriminerende wijze
beledigd en bedreigd. Het werd uiteindelijk zo onhoudbaar dat de
buurmannen zijn verhuisd. De politie en de woningstichting konden,
ook na bemiddeling, niet veel uitrichten. Belastende verklaringen
van andere buren leverden uiteindelijk het sluitend bewijs tegen de
verdachten op zodat de officier van justitie een vervolging kon
instellen.
Stalking
Door de lange duur, de herhaling en de
indringende wijze van lastig vallen is er wel degelijk sprake
geweest van een vorm van stalking, oordeelde de rechter. De
verdachten legden tijdens de zitting de schuld geheel buiten
zichzelf. Ze toonden weinig inzicht in de gevolgen van hun gedrag
en waren niet berouwvol. De politierechter sprak de verdachten hier
op aan benadrukte dat zij hierdoor de verantwoordelijkheid voor hun
daden niet namen. Ook bracht de rechter naar voren dat als andere
instanties zo weinig kunnen doen de rechter maar flink moet
straffen wanneer burgers vanwege geaardheid worden gestalkt en
gediscrimineerd. Als signaal naar de samenleving, dat dergelijk
gedrag gewoon niet wordt gepikt.
Straf
De twee mannen werden door de rechter
veroordeeld tot 60 uur werkstraf, indien het werk niet of niet
voldoende wordt uitgevoerd te vervangen door een hechtenis van 30
dagen. Als waarschuwing voor de toekomst kregen de verdachten nog
een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd, met een
proeftijd van 2 jaar. De vrouw werd eveneens veroordeeld tot een
werkstraf van 60 uur. Zij kreeg een iets kortere voorwaardelijke
gevangenisstraf omdat zij een geringer aandeel in het geheel had
gehad.
Schadevergoeding
De psychische schade bij de beide
slachtoffers, zo blijkt uit hun schriftelijke
slachtofferverklaringen die ter terechtzitting werden voorgelezen,
was zeer groot. Zij vorderden smartengeld en vergoeding voor
verhuiskosten en dubbele huur.
Een deel van de schade was volgens de
rechter eenvoudig vast te stellen. De rechter schatte dit op1000
Euro per slachtoffer. Hij veroordeelde de drie verdachten die
bedragen aan de mannen te betalen. Het meerdere dat aan schade
geclaimd werd kon niet in behandeling worden genomen omdat daar een
verdere onderbouwing voor nodig was. Hierover kunnen de aangevers
als ze dat willen een proces starten bij de burgerlijke
rechter.
De vrouw was ook een ander feit ten laste
gelegd, de vernieling van een bril cq. kunstgebit bij een eerdere
ruzie in een andere buurt. Hiervan werd zij vrijgesproken. De
rechter achtte de bewijsvoering in deze zaak te mager.
Bron: Rechtbank Zutphen