Het aantal voortijdige schoolverlaters is in het afgelopen jaar met
bijna 10% gedaald. In 2003 werden 63.849 nieuwe voortijdige
schoolverlaters geregistreerd.
Voor 2002 lag dat cijfer op 70.508. Het kabinetsbeleid is er op gericht
drop-outs te helpen terug te keren naar school of naar werk. In 2003 is
dat met 20.361 jongeren gelukt. Dat is iets meer (1,3%) dan in 2002.
Staatssecretaris Rutte heeft deze cijfers vandaag bekendgemaakt.

Doelstelling van het kabinet is om het aantal voortijdige
schoolverlaters in 2006 met 30% verlaagd te hebben ten opzichte van
2002. Met de huidige daling van bijna 10% lijkt er, na jaren van
stijgingen, sprake van een trendbreuk. Volgens Rutte is dit eindelijk
een positief geluid op het taaie onderwerp van voortijdig
schoolverlaten.

Meldingsplicht

Van de voortijdige schoolverlaters in 2003 was 58% van Nederlandse
herkomst en 42% allochtoon. Van de herplaatste jongeren is 62%
teruggegaan naar het onderwijs, 27% is aan een baan geholpen. Het
Ministerie van OCW stelt komend jaar 2,5 miljoen euro extra (op een
totaal van bijna 10 miljoen) beschikbaar voor het begeleiden van
voortijdige schoolverlaters. In 2006 zal dat extra bedrag verdubbeld
worden tot 5 miljoen. Om het voortijdige schoolverlaten effectief te
kunnen bestrijden is het belangrijk dat het probleem goed in kaart
wordt gebracht. Scholen in het voortgezet en beroepsonderwijs hebben
een wettelijke meldingsplicht van drop-outs. Inmiddels werken vrijwel
alle scholen (97%) goed mee aan deze plicht, waardoor er een steeds
beter beeld ontstaat van de groep voortijdig schoolverlaters.

Bron: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular