De 2200 werknemers in de mortel- en morteltransportondernemingen kunnen ook in de toekomst met 62 jaar uittreden tegen 70 procent, waarbij de eindloonregeling is veranderd in middelloon. Aan een regeling voor levensloop dragen werkgevers eenmalig 0,6 procent bij; zo kunnen werknemers tussendoor vrijaf nemen maar ook de leeftijd van uittreden verder naar voren trekken.
Het principe-akkoord tussen VOBN, FNV Bouw en Hout- en Bouwbond CNV telt verder een loonsverhoging per 1 juni van dit jaar 0,75 procent en op 31 december 0,5 procent. In deze loonsverhoging is de prijscompensatie inbegrepen. Vergoedingen en toeslagen worden met de prijscompensatie verhoogd. In het eerste ziektejaar wordt 100 procent doorbetaald; in het tweede 70 procent, met volledige opbouw van pensioen. Gaat iemand tijdens het tweede jaar weer aan het werk, dan volgt een 'reïntegratiebonus' van 30 procent over de periode die tot dan verlopen is. Werkgevers en bonden in de mortel zullen in de loop van dit jaar overleg hebben over de consequenties van het nieuwe stelsel van ziektekosten.
In het kader van werkgelegenheid en flexibilisering zijn afspraken gemaakt om beter in te spelen op de vraag van de klanten. Door het schrijven van twee mogelijke 'meeruren' per week, die uiterlijk in het volgende kwartaal ingeroosterd moeten zijn, wordt in bepaalde mate hieraan tegemoet gekomen.
bron:FNV Bouw