Het asielbeleid wordt aangepast voor
asielzoekers die in het land van herkomst tot een kwetsbare
minderheid behoren. Dit is het gevolg van een uitspraak van het
Europese Hof voor de Rechten van de Mens. De ministerraad heeft
hiermee ingestemd op voorstel van minister Hirsch Ballin en
staatssecretaris Albayrak (Justitie).
Het kabinet deed in februari 2007 een
verzoek tot intern appel bij het Hof. Dit verzoek is op 23 mei 2007
afgewezen. Hierdoor werd de uitspraak van het Hof
onherroepelijk.
Kwetsbare minderheidsgroep
De uitspraak van het Hof gaat over de
situatie waarin kan worden aangenomen dat een vreemdeling bij
terugkeer naar het land van herkomst een reëel risico loopt op
een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM (verbod
van foltering). Dit is volgens het Hof het geval als:
een vreemdeling tot een kwetsbare
minderheidsgroep in zijn land van herkomst behoort en
deze groep in het algemeen geen
bescherming tegen mensenrechtenschendingen kan verkrijgen.
Aanpassing
De toets van asielvragen door de IND aan
artikel 3 van het EVRM wordt aangepast aan de uitspraak van het
Hof.
Dit betekent dat bij de beoordeling van
het risico van een individuele asielzoeker de algehele situatie in
een land, inclusief de generieke omstandigheden (zoals het behoren
tot een kwetsbare minderheidsgroep), wordt betrokken.
In het landgebonden asielbeleid kunnen dan
bepaalde categorieën van asielzoekers worden aangewezen
waarvoor deze situatie van toepassing is.
Nederland zal bij de beoordeling van
asielzaken, naast de ambtsberichten van de minister van
Buitenlandse Zaken, explicieter dan nu ook andere informatie
betrekken.
Bron:MinJus