Het volledige bedrijfsleven doet een
klemmend beroep op de Eerste Kamer om de nieuwe Waterschapswet aan
te houden, zodat het voorstel op essentiële onderdelen
gerepareerd kan worden. Als het wetsvoorstel ongewijzigd doorgaat,
zijn bedrijven en de land- en tuinbouw straks amper meer
vertegenwoordigd in het bestuur van de waterschappen. Dat terwijl
ze samen rond dertig procent van de waterschapslasten
opbrengen.
In een gezamenlijke verklaring stellen
VNO-NCW, MKB Nederland, LTO Nederland, de Kamers van Koophandel en
VEMW (vereniging voor zakelijke energie en waterverbruikers) dat de
vertegenwoordiging van landbouw en bedrijven in de
waterschapsbesturen in verhouding behoort te staan tot hun
financiële en materiele inbreng. Dat is tot op heden ook het
geval. Het kabinetsvoorstel laat de band tussen inbreng en
zeggenschap echter los. Het bedrijfsleven is van mening dat het
wetsvoorstel op dit punt moet worden heroverwogen en verzoekt de
Eerste Kamer hierop aan te dringen.
Wie betaalt bepaalt, vindt het
bedrijfsleven. De betrokken organisaties willen bereiken dat
stemmen in het waterschapsbestuur opnieuw rechtstreeks worden
gekoppeld aan de betaling. Alleen dan wordt recht gedaan aan het
functionele karakter van het waterschap: degenen die een belang
hebben bij de taken van het waterschap betalen daarvoor en krijgen
zeggenschap.
Op 24 oktober 2006 stemde de Tweede Kamer
in met de nieuwe Waterschapswet. Daarmee wordt de rol van
vertegenwoordigers van de agrarische sector en bedrijven
teruggebracht tot één zetel in het dagelijks bestuur
van een waterschap. Het is zelfs mogelijk dat de zetel van het
bedrijfsleven in het DB straks wordt ingenomen door een
vertegenwoordiger van een natuurorganisatie, terwijl die
organisaties voor minder dan één procent bijdragen in
de waterschapslasten.
Het bedrijfsleven heeft altijd toegezien
op kostenbeheersing en een efficiënt beheer
van middelen. Het heeft zich bovendien
altijd sterk gemaakt voor een goed gekwalificeerde
vertegenwoordiging in de besturen van de waterschappen. Naast hun
kritische inbreng en ervaring hebben zij er jarenlang op toegezien
dat de lasten evenwichtig werden verdeeld over alle gebruikers en
inwoners in de
betrokken regios van de waterschappen.
'Met het wegvallen van deze controlerende stem van het
bedrijfsleven, verliest het waterschap een sterke waakhond', zo
staat in de verklaring.
De noodzaak wordt nog eens onderstreept
door het feit dat verwacht wordt dat de
waterschapslasten fors gaan stijgen. Als
de directe koppeling tussen betaling en stemmen in het bestuur van
de waterschappen niet wordt hersteld, lopen burgers en bedrijven
een reëel risico dat het - net als met de gemeentelijke lasten
- ook met de heffingen van waterschappen uit de hand gaat lopen. De
afgelopen jaren zijn de lasten reeds toegenomen en de verwachting
is dat ze 2010 zeker nog eens met 20 procent omhoog gaan. Het
bedrijfsleven zet in op een eerlijke en transparante financiering
van de waterschappen.
In dat opzicht wijzen de betrokken
organisaties ook nog op de dubieuze grondslagen onder de nieuwe
heffingen, die de grenzen van de solidariteit verre overschrijdt.
Het bedrijfsleven is wel voor een modernisering van het regionale
waterbeheer, maar dit mag niet ten koste gaan van de positie van
het bedrijfsleven en leiden tot een volstrekt onevenwichtige
lastenverdeling.
bron:VNO-NCW