Directeuren die betrokken zijn bij een faillissement worden in Nederland gebrandmerkt. Zij hebben grote moeite met het vinden van een nieuwe baan. Waar men in de VS spreekt over een ervaring rijker, spreekt men in Nederland over een illusie armer.
Uit een a-selectieve steekproef van 35 faillissementen van middelgrote ondernemingen blijkt dat 80% van de ondernemers na twee jaar nog geen nieuwe baan heeft. Het aantal directeuren dat wordt ontslagen of gedwongen vertrekt, is de afgelopen jaren sterk gestegen. Wereldwijd onderzoek bevestigt dit beeld nog eens (bron: Booz Allen Hamilton 2005). Zoals in februari dit jaar uit een onderzoek van het Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen bekend werd, zit ook nog eens ruim eenderde van de Nederlandse directeuren niet vast op zijn of haar stoel dit jaar.
Willem Hollander, voorzitter van het NCD, maakte deze cijfers bekend tijdens een bijeenkomst van het NCD, afgelopen woensdag 18 mei in Flevoland. Hij waarschuwde voor de negatieve beeldvorming van directeuren die zijn betrokken geweest bij een faillissement of met een conflict zijn vertrokken. 'Nederlanders beschouwen dergelijke directeuren vaak als mislukkelingen, terwijl de ervaringen die daardoor worden opgedaan juist toegevoegde waarde hebben. Een directeur die een andere visie heeft dan zijn collega's of de commissarissen, is daardoor niet ineens een slechte directeur'. Uit een eerder onderzoek van het NCD uit 2001 blijkt dat onverenigbaarheid van karakters de meest voorkomende reden voor gedwongen vertrek is. 'Ook een directeur die failliet is gegaan, is niet automatisch een slechte directeur', aldus Hollander. Hij verwijst daarbij naar de houding in Angelsaksische landen: 'Daar zeggen ze wanneer je failliet bent gegaan: 'Jammer, maar je hebt het tenminste geprobeerd. Door de lessen die je hebt getrokken, ben je een betere directeur geworden.' Dat is een houding die ook in Nederland zou moeten heersen. In Den Haag beseft men dit nu gelukkig ook steeds beter. Om Frans Weisglas te citeren: 'Wij moeten naar een cultuur waarin het in Nederland fantastisch is dat je een keer failliet bent gegaan en toch weer kunt starten.'(Rotterdam, 7 juni 2004)
Volgens Hollander hebben ook 'opnieuw-starters'last van het 'mislukkeling-imago'. 'Uit een rondvraag onder een aantal die betrokken zijn geweest bij een faillissement blijkt dat banken en venture capitalists uiterst terughoudend zijn met het verstrekken van krediet of kapitaal. Die houding is niet goed voor de Nederlandse economie. Het belemmert het ondernemerschap. Juist startende ondernemingen zorgen voor economische dynamiek en voor werkgelegenheid', aldus de NCD-voorzitter.
Om te leren van de ervaringen van een (top-)directeur die op de schopstoel heeft gezeten en de problematiek bespreekbaar te maken start het NCD met een nieuwe serie bijeenkomsten: Het echte verhaal van.... Als eerste zal op 23 juni Hans van der Wielen, voormalig CEO van Numico zijn opwachting maken.
bron:NCD