Het gebruik van antibiotica in de eerstelijns gezondheidszorg in Nederland is stabiel laag: het ligt rond 10 DDD (gestandaardiseerde dagdoseringen) per 1.000 inwoners. Dat betekent dat gemiddeld 1 procent van de Nederlandse bevolking een antibioticum gebruikt. Nederland heeft daarmee het laagste gebruik buiten het ziekenhuis van alle Europese landen. Toch is er ook in Nederland een toename van de resistentie van bepaalde bacteriën tegen een aantal antibiotica. 

Dat blijkt uit NethMap 2005, het derde jaarrapport dat de Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (SWAB) publiceert in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Dit rapport geeft informatie over het gebruik van antibiotica in Nederland en antibioticaresistentie bij de meest voorkomende bacteriesoorten die bij de mens ziekte kunnen veroorzaken. Het rapport wordt vrijdag 3 juni 2005 gepresenteerd tijdens het 6e SWAB-symposium in Utrecht. 
 
Geslacht en leeftijd 
In het rapport wordt voor het eerst gekeken naar verschillen in antibioticagebruik tussen vrouwen en mannen en tussen verschillende leeftijdsgroepen. Het blijkt dat vrouwen vaker antibiotica gebruiken dan mannen. Dat verschil is terug te voeren op het veel hogere gebruik van trimethoprim en nitrofurantoïne door vrouwen. Waarschijnlijk komt dat door het feit dat vrouwen vaker last hebben van een ongecompliceerde lage urineweginfectie, waarvoor deze middelen worden voorgeschreven. Op latere leeftijd gebruiken mannen meer fluorochinolonen, mogelijk doordat bij oudere mannen vaker een gecompliceerde urineweginfectie voorkomt. 
Ook verschillen in voorschrijfgedrag tussen huisartsen en medisch specialisten komen in het jaarrapport aan de orde. Medisch specialisten schrijven hun ambulante patiënten vaker een breed spectrummiddel voor dan huisartsen, zoals co-amoxiclav, fluorochinolonen of cotrimoxazol. Het is niet precies bekend voor welke indicaties dat gebeurt. 
Verder signaleert het rapport trends in antibioticumgebruik. Zo neemt het gebruik van beta-lactamase gevoelige penicilline en van breed spectrum penicilline langzaam af, terwijl het gebruik van de combinatie co-amoxiclav en van antibiotica uit de groep macroliden toeneemt. 
 
Resistentie 
Op het gebied van antibioticumresistentie signaleert het rapport een aantal bedenkelijke ontwikkelingen. Zo is in de huisartsenpraktijk de resistentie van E. coli voor amoxicilline (gebruikt tegen onder meer urineweginfectie, luchtweginfectie, longontsteking, acute bronchitis, middenoorontsteking en huidinfectie) gestegen tot meer dan 30 procent (was in voorgaande jaren circa 20 procent). De resistentie van E. coli tegen trimethoprim is in heel Nederland gestegen en heeft een niveau van 23 procent bereikt. Trimethoprim is een van de middelen van eerste keuze bij de behandeling van een ongecompliceerde urineweginfectie. De resistentie tegen andere middelen (nitrofurantoïne en co-amoxiclav) blijft gelukkig laag. 
In de Nederlandse ziekenhuizen is de resistentie redelijk stabiel, maar er zijn wel trends waar te nemen. Zo stijgt de resistentie tegen fluorochinolonen (met name gebruikt tegen urineweginfecties) onder isolaten van E. coli, Pseudomonas aeruginosa en Staphylococcus aureus. Và³à³r de eeuwwisseling lag die nog op 5 procent, inmiddels worden niveaus van 10 procent waargenomen. Verder stijgt de resistentie tegen macrolide antibiotica onder isolaten van S. aureus en Streptococcus pneumoniae naar 10 procent. De bruikbaarheid van deze middelen wordt daarmee beduidend minder. De resistentie tegen de middelen van eerste keuze tegen deze bacteriën (resp. meticilline en penicilline) is nog steeds laag: 1 tot 3 procent. Maar voortdurende waakzaamheid en controle blijven belangrijk. 
 
De Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (SWAB) is in 1996 opgericht op initiatief van de Vereniging voor Infectieziekten, de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuisapothekers. De SWAB wil de kwaliteit van het antibioticagebruik in Nederland optimaliseren, om een bijdrage te leveren aan de beheersing van resistentie-ontwikkeling en aan de kosten van antibioticumgebruik.  
 
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) is het onderzoeksinstituut van de overheid op het gebied van volksgezondheid en milieu. Het RIVM verricht niet alleen zelf onderzoek, maar verzamelt ook wereldwijd kennis en past die kennis toe. Het RIVM brengt jaarlijks een groot aantal rapporten en adviezen uit. Bij het RIVM, dat gevestigd is in Bilthoven, werken ongeveer 1550 mensen. Het RIVM heeft de leiding over het European Antimicrobial Resistance Surveillance System (EARSS), een onderzoek in 30 landen naar de effectiviteit van antibiotica bij ernstige infecties. 

bron:RIVM

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular