In Groningen zijn de eerste resultaten gepresenteerd van het onderzoek dat zal leiden tot een nieuwe visie op het waterbeheer in en rond het Lauwersmeer. Nu de eerste fase van het onderzoek is afgerond lijkt gemaaluitbreiding onvermijdelijk voor een optimaal waterbeheer in de toekomst. Een nieuwe visie voor waterbeheer in en rond het Lauwersmeer is nodig om de natuurontwikkeling in het Nationaal Park Lauwersmeer te stimuleren en rekening te houden met de gevolgen van het veranderende klimaat.
In het onderzoek zijn vier verschillende manieren van waterbeheer bekeken, waarvoor verschillende waterstanden nodig zijn. Naast het handhaven van de huidige situatie (waterstand op -0,93m/ -1,03m NAP) is de zogenaamde estuariene variant bekeken. Dat betekent het toelaten van een gedempt getijde (tussen - 1,0 m en - 0,5 m NAP) door het laten instromen en uitstromen van water uit de Waddenzee door de spuisluis van Lauwersoog. Ook zijn de varianten "natzoet" en "natzout" bekeken, waarbij de waterstand in de winter 0,5 meter hoger is door de aanvoer van respectievelijk zoet water uit de boezem en zout water uit de Waddenzee.
De verschillende manieren van waterbeheer zijn bekeken op effectiviteit en haalbaarheid. Voor iedere manier van waterbeheer is een aantal maatregelen bekeken. De maatregelen bestonden onder andere uit het aanleggen van een kanaal aan Friese dan wel Groninger zijde, of zelfs beide. Deze maatregelen zijn afgevallen, omdat het een grote ruimtelijke ingreep zou betekenen. De kanalen doorsnijden de oude landschappen te veel en zijn bovendien zeer kostbaar. Daarnaast zouden er niet-natuurlijke afwateringspunten op de Waddenzee ontstaan.
De optie van het estuariene systeem vinden de partijen niet duurzaam, en valt daarmee af. De gunstige gevolgen voor de natuur door het laten overstromen en droogvallen van zandplaten, zullen door de zeespiegelrijzing naar verwachting op den duur achterwege blijven. De zandplaten zullen dan namelijk continue onder water komen te staan.
bron:Provincie Groningen