's-Hertogenbosch, 2 maart 2005 - Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft
vandaag de verdachte in de zogeheten paddozaak in hoger beroep
vrijgesproken van het in het bezit hebben van paddo's. Het hof acht
niet bewezen dat de bij verdachte op 22 augustus 2002 in de auto
aangetroffen paddestoelen een bewerking hebben ondergaan en dus 'droog'
waren. De in beslag genomen paddestoelen vallen daardoor niet onder
artikel 1 van de Opiumwet.
Wat betreft de door het openbaar ministerie in hoger beroep ten laste
gelegde à¢voorbereidingshandelingenࢠoordeelt het hof, dat de
tenlastelegging op dit punt niet voldoet aan de wettelijke eisen. Het
hof verklaart de inleidende dagvaarding daarom nietig.
Verdachte werd op 24 februari 2003 door de rechtbank Breda veroordeeld
tot vier maanden voorwaardelijke gevangenisstraf (met een proeftijd van
2 jaar) en een werkstraf van 240 uur.
Bron: Gerechtelijke organisatie