Bijzondere opsporingsbevoegdheden als observatie, infiltratie,
pseudo-koop en de telefoontap zijn straks inzetbaar bij aanwijzingen
dat een terroristische aanslag wordt voorbereid. Er komen ook meer
mogelijkheden om informatie in te winnen, personen in bewaring te nemen
en preventief te fouilleren. Dit staat in een wetsvoorstel van minister
Donner van Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. De
dreiging van terrorisme rechtvaardigt snel en preventief
overheidsoptreden. De gebeurtenissen in Amsterdam en Den Haag hebben
duidelijk gemaakt dat ruimere bevoegdheden om terreur te voorkomen
wenselijk zijn. De maatregelen zijn in september 2004 al aangekondigd.
Voor inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden bij terrorisme is niet
langer een redelijk vermoeden van een strafbaar feit nodig;
aanwijzingen zijn voldoende. Daarvan is sprake als feiten en
omstandigheden duiden op de voorbereiding van een terroristische
aanslag. Ook dreigingsanalyses van de AIVD kunnen aanwijzingen
opleveren. De officier van justitie moet toestemming geven voor gebruik
van een bijzondere opsporingsbevoegdheid. Bij de telefoontap is een
machtiging van de rechter-commissaris nodig.
Op grond van het wetsvoorstel mag de officier van justitie in bepaalde
gebieden personen preventief laten fouilleren en voertuigen en
voorwerpen laten onderzoeken. Zo kan het nodig zijn alle voertuigen
rond een voetbalstadion of evenemententerrein te controleren bij
berichten dat explosieven zijn aangevoerd voor een aanslag. Zo'n
omgeving is doorgaans niet voor lange tijd doelwit van terrorisme. Bij
zogeheten veiligheidsrisicogebieden zoals luchthavens,
industriecomplexen, stations en overheidsgebouwen kan dat anders zijn.
Het kabinet wil dat de politie in die veiligheidsrisicogebieden zonder
voorafgaande toestemming van de officier van justitie personen
preventief kan fouilleren, en voertuigen en voorwerpen kan onderzoeken
om een terreurdaad te voorkomen
Verder komen er meer bevoegdheden om in een verkennend onderzoek
informatie te verzamelen over groepen van personen waarbinnen mogelijk
een aanslag wordt beraamd. De officier van justitie kan namen,
adressen, woonplaatsen, klantnummers en bankrekeningnummers opvragen.
Daarmee kan hij verbanden tussen groepen personen en situaties beter in
kaart brengen. Ook mogen bestanden van private en publieke instellingen
en organisaties met elkaar vergeleken worden om verborgen patronen in
handelingen of gebeurtenissen van personen boven tafel te krijgen. De
officier van justitie mag deze bestanden alleen opvragen met
toestemming van de rechter-commissaris.
Verdachten kunnen bij een terreurdreiging eerder in bewaring worden
genomen dan nu het geval is. Niet langer zijn bij een verdenking van
een terroristisch misdrijf ernstige bezwaren vereist; een redelijk
vermoeden van schuld is voldoende. Dit is nodig omdat aan het begin van
een onderzoek naar de voorbereiding van een terroristisch misdrijf er
soms slechts een lichte verdenking is, terwijl de overheid ingrijpen
niet kan uitstellen vanwege mogelijk grote aantallen slachtoffers. De
officier van justitie krijgt zo meer tijd om de verdenking te
onderbouwen. Bewaring is de eerste fase van de voorlopige hechtenis, en
duurt maximaal veertien dagen.
Tenslotte wil het kabinet het mogelijk maken dat volledige inzage van
processtukken van een terroristisch misdrijf wordt uitgesteld, als
voortijdige openbaarmaking de voorbereiding van de zaak tegen een
verdachte bemoeilijkt of schadelijk is voor de voorbereiding van
strafzaken tegen eventuele medeverdachten. De dagvaarding van een
verdachte bij een terroristisch misdrijf kan dan maximaal twee jaar
worden uitgesteld. Dat betekent niet dat documenten die essentieel zijn
voor de beoordeling van de rechtmatigheid van verdere verlenging van
het voorarrest buiten het procesdossier kunnen worden gehouden.
Overigens is ook nu voorarrest van twee jaar in beginsel mogelijk
voordat het tot een inhoudelijke berechting komt.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Bron: Ministerie van Justitie