Op vrijdag 3 juni (11.00 uur) ondertekent de Permanente
Vertegenwoordiger in New York bij de VN ambassadeur Van den Berg namens
het Koninkrijk der Nederlanden het Facultatief Protocol bij het
VN-Verdrag tegen Foltering en andere Wrede, Onmenselijke of Onterende
Behandeling of Bestraffing.
Dit protocol maakt het mogelijk dat een internationaal comità©,
bestaande uit tien deskundigen, wereldwijd gevangenissen kan bezoeken
om marteling te voorkomen. Hiermee wordt een praktisch instrument
gecreëerd ter voorkoming van marteling. Het comità© houdt daarbij alle
procedures, regels, omstandigheden en praktijken tegen het licht die
mogelijk tot marteling in detentie zouden kunnen leiden. Naast
gevangenissen kan het ook een bezoek brengen aan andere plaatsen waar
mensen tegen hun zin worden vastgehouden, bijvoorbeeld psychiatrische
instellingen en verpleeghuizen.
Het comità© kan alleen detentieplaatsen inspecteren van de landen die
zich hebben aangesloten bij het Protocol, dat in december 2002 werd
aangenomen door de Algemene Ledenvergadering van de Verenigde Naties.
Na zijn bezoek doet het aanbevelingen aan het betreffende land. Ook zal
het zijn bevindingen vastleggen in een rapport en dit jaarlijks
voorleggen aan het Verdragscomità© tegen Foltering.
Nederland zal na ondertekening en parlementaire instemming overgaan tot
ratificatie. Voor het in werking stellen van het Protocol is het
vereist dat tenminste twintig landen het hebben geratificeerd.
Inmiddels hebben negen landen dit gedaan en bevinden 27 landen zich in
het ratificatieproces. Met ratificatie van het Protocol geven de
deelnemende landen wereldwijd een signaal af tegen marteling.
De ondertekening van het Facultatief Protocol sluit aan bij het
Nederlandse mensenrechtenbeleid. In de notitie mensenrechtenbeleid uit
2001 benadrukt Nederland het belang van implementatie van
internationale mensenrechtennormen. Met het daadwerkelijk bezoeken van
detentieplaatsen wereldwijd kan het internationaal comità© nu de dialoog
met staten-partijen aangaan over het voorkomen van marteling.
Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken