De SER heeft vrijdag een advies
vastgesteld over Welvaartsgroei voor en door iedereen. Het is het
eerste deel van het advies over het sociaal-economisch beleid op de
middellange termijn. Het tweede deel, dat over het ontslagrecht,
scholing en WW zal gaan, zal naar verwachting eind december worden
vastgesteld.
VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes gaf
aan dat het advies moeizaam tot stand was gekomen. Het – met
het oog op de vervroegde verkiezingen – opknippen van het
advies in twee delen vond hij een verstandige oplossing. Hij noemde
het eerste deel een baanbrekend advies met een positieve en
ambitieuze uitstraling. Wientjes: “We maken de omslag naar
een activerende participatiemaatschappij, met meer ruimte voor
ondernemerschap en een nieuwe rol voor de overheid en met een
omslag van wantrouwen naar vertrouwen.” Maar we zijn er nog
niet, aldus Wientjes, want deel 2 van het advies is onlosmakelijk
verbonden met deel 1. “Een flexibeler ontslagrecht is nodig
om de ambities die we in deel 1 hebben afgesproken te
bereiken.”
FNV-bestuurder Wilna Wind benadrukte dat
de vergrijzing geen bedreiging is, maar juist kansen biedt.
“Een gouden kans om de arbeidsparticipatie drastisch te
verhogen en daarmee de financiering van voorzieningen voor de
oudere generaties te behouden.” Zij toonde zich bereid over
het ontslagrecht te praten. “Ik heb er geen probleem mee te
kijken naar de procedures, de kosten en de inzichtelijkheid van het
systeem van het ontslagrecht. Het is echter geen acuut probleem,
maar als we het bespreken in onderlinge samenhang met de
onderwerpen scholing en WW, kunnen we een mooie stap voorwaarts
maken.”
Voor het kroonlid Kees Goudswaard heeft
het advies twee doelen: versterking van de economische dynamiek en
de sociale samenhang. Participatie is hierbij het toverwoord, dit
vormt de brug tussen beide doelstellingen. Hiervoor is een
fundamentele herijking van het sociaal-economisch beleid nodig, met
investeringen in onderwijs, scholing en de combinatie van zorg en
arbeid en met andere vormen van sociale zekerheid, zoals een
levensloopregeling, waar veel meer mee zou moeten kunnen dan met de
huidige. Hij onderstreepte dat de kroonleden zeer hechten aan het
in breder verband aanpakken van gevoelige dossiers van
woningmarktproblematiek en de vergrijzingsproblematiek.
Ook CNV-voorzitter René Paas was
tevreden met het advies, dat een breed maatschappelijk draagvlak
heeft. Zijn boodschap voor het nieuwe kabinet is “lees het
grondig, handel ernaar en winkel er niet in”. Dat geeft een
geweldige impuls voor het herstel van vertrouwen, vond hij. Met het
voorstel de algemene heffingskorting te individualiseren, is het
CNV het echter niet eens. Vrouwen zouden zo gedwongen worden te
gaan werken, “want niet iedereen kan het zich veroorloven om
er tot 2000 euro per jaar op achteruit te gaan”.
MKB-Nederland-voorzitter Loek Hermans ging
vooral in op het onderwerp onderwijs en scholing. Flexibiliteit
staat voor hem voorop. Mensen moeten sterk gemaakt worden en
talenten moeten maximaal ontwikkeld
worden. Hij stelde dat het initiële onderwijs uiteraard een
zaak van de overheid is, maar dat het vervolgonderwijs eerst en
vooral de verantwoordelijkheid van de werknemer zelf is. Die moet
zelf initiatieven nemen voor zijn eigen ontplooiing, waarbij de
werkgever een faciliërende rol heeft. Verder vond hij dat
onderwijsinstellingen zich wat flexibeler moeten opstellen. Het is
bijvoorbeeld heel moeilijk om na 1 oktober nog aan een opleiding te
beginnen, zei hij richting kroonlid Margo Vliegenthart, tevens
voorzitter MBO-raad.
Ad Verhoeven, voorzitter van de
vakcentrale MHP, vond het een bijzonder advies omdat de SER en de
sociale partners zich voor het eerst vastleggen op de ambitieuze
doelstelling de komende tien jaar een half miljoen mensen extra op
de arbeidsmarkt te krijgen. Hij wilde nog wel even onderstrepen dat
de MHP het niet eens is met het voorstel de AOW verder te
fiscaliseren, een standpunt dat de MHP ook al in een eerder
SER-advies (Voor alle leeftijden, 2005) had ingenomen. Volgens hem
komt dit materieel neer op een inkomensafhankelijke AOW. Hij noemde
deze maatregel onnodig, onjuist en nivellerend.
De op onderdelen afwijkende opstelling van
CNV en MHP was voor Kees Goudswaard aanleiding te vragen naar de
financiële dekking ervan. “Als de algemene
heffingskorting niet wordt afgeschaft en de AOW niet verder wordt
gefiscaliseerd, slaat dat een gat in onze vergrijzingsaanpak. Hoe
willen zij dit gat dichten?”
René Paas stelde dat niet duidelijk
is hoe groot dat gat wordt. De SER wil immers de heffingskorting
niet in zijn geheel en rigoureus afschaffen. Ook dacht hij dat het
niet moeilijk zou zijn een adequate dekking te vinden. “Daar
komen we samen wel uit.”
Ook voor Ad Verhoeven was niet duidelijk
hoe groot het gat zou zijn als de AOW niet verder wordt
gefiscaliseerd. Daar komt nog bij dat de totale omvang van de
vergrijzingslasten volgens hem ook nog onbekend is.“Dat kan
zo een half procent meer of minder zijn.” Bovendien vond hij
de vergrijzingsproblematiek een zeer beheersbaar probleem dat op
zeer lange termijn speelt.
Kroonlid en MBO-raad-voorzitter Margo
Vliegenthart zei, uitgedaagd door Loek Hermans, dat ook zij meer
flexibiliteit wil in het onderwijsaanbod, maar dat overheidsregels
dat soms wel moeilijk maken.
bron:SER