Echtgenoten van zogeheten kenniswerkers uit het buitenland kunnen een
vrijstelling krijgen van de tewerkstellingsvergunning. Dit houdt in dat
zij zonder meer in Nederland aan de slag kunnen. De vrijstelling maakt
het voor kenniswerkers aantrekkelijker om in Nederland te gaan werken,
omdat bij de keuze voor een bepaald land van belang is dat de partner
ook snel een baan kan aanvaarden. De partner van de kenniswerker
verliest de vrijstelling als het samenleefverband binnen drie jaar
wordt beëindigd. De ministerraad heeft hiertoe besloten op voorstel van
staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Het kabinet heeft eerder bepaald dat buitenlandse kenniswerkers geen
tewerkstellingsvergunning meer nodig hebben. Hiermee wil het kabinet
Nederland aantrekkelijk maken als vestigingsplaats. Het gaat
bijvoorbeeld om deskundigen op het terrein van ICT, wetenschappelijk
onderzoek en technologie.
Eind vorig jaar besloot de ministerraad ook twee andere categorieën uit
te zonderen van de verplichting tot een tewerkstellingsvergunning. Het
gaat om buitenlandse profvoetballers, die onder voorwaarden maximaal
vier weken voor proeftrainingen of oefenwedstrijden bij een Nederlandse
club mogen spelen. Verder mogen slachtoffers, aangevers en getuigen van
mensenhandel die legaal in Nederland verblijven, eveneens tijdelijk
zonder tewerkstellingsvergunning aan de slag.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het ontwerpbesluit voor
advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
besluit wordt openbaar bij publicatie in het Staatsblad.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid/ministerraad/RVD/DG