Tien procent van de organisaties voor
thuiszorg in Nederland doet veel te weinig aan het voorkomen van
ziekte en arbeidsongeschiktheid. De werkomstandigheden zijn
verbeterd ten opzichte van eerdere jaren, toen sprake was van
overtredingen bij bijna alle instellingen. Dat concludeert de
Arbeidsinspectie na controles bij 160 organisaties.
Bij de instellingen waar nog veel mis was,
ontbrak het vooral aan hulpmiddelen om het lichamelijk zware werk
te verlichten, zoals tilliften. Verder waren medewerkers te weinig
beschermd tegen agressie en geweld, bijvoorbeeld doordat ze geen
alarm konden slaan.
Het werk in de thuiszorg is lichamelijk
zwaar. Werknemers werken vaak in ongunstige houdingen en moeten
veel zwaar tillen. Rug-, nek- en schouderklachten kwamen in het
verleden veel voor. Ook krijgen de thuishulpen te maken met
onveilige situaties, zoals agressie en geweld door klanten. Soms
moeten zij ’s avonds door onveilige buurten om klanten te
bezoeken.
Bij de vorige inspectieronde van de
Arbeidsinspectie in 1998 was er veel mis in de thuiszorg. Om het
ziekteverzuim en de WAO-instroom in de thuiszorg te verminderen
heeft de overheid samen met werkgevers en werknemers in de sector
in 1999 een arboconvenant gesloten. Hierin zijn afspraken gemaakt
over de aanpak van lichamelijke belasting, werkdruk en veiligheid.
Werkgevers en werknemers hebben een aantal jaren de tijd gehad om
de regels door te voeren. In die periode heeft de Arbeidsinspectie
nauwelijks gecontroleerd.
De dienst heeft vorig jaar en dit jaar
geïnspecteerd. Zij kwamen daarbij onder meer bij ruim
vierhonderd patiënten thuis om te kijken hoe het werk gedaan
wordt. Ook zijn gesprekken gehouden met in totaal 1300 medewerkers.
Nederland telt 200 thuiszorgorganisaties die samen 210.000
werknemers in dienst hebben. De Arbeidsinspectie zal voorlopig niet
meer in de thuiszorg controleren.
bron:SZW