Bestuursorganen (zoals gemeenten,
provincies en de rijksoverheid) die de Wet Bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob)
gebruiken, beschouwen de wet als een nuttig bestuursrechtelijk
instrument om criminelen te weren en het onbedoeld faciliteren van
criminelen te voorkomen. Dit blijkt uit een evaluatie van de Wet
Bibob. De ministerraad heeft op voorstel van de ministers Ter Horst
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Hirsch Ballin van
Justitie ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de
evaluatie.
De Wet Bibob wordt vooral door gemeenten
gebruikt, vooral bij de aanvraag van vergunningen en in mindere
mate bij subsidieverlening of aanbestedingen. Het Landelijk Bureau
Bibob heeft sinds de invoering van de wet op 1 juni 2003 311
adviezen verstrekt. In 80 procent van de gevallen bleek er ook
daadwerkelijk gevaar voor een vermenging van de boven- en
onderwereld te bestaan. In bijna 200 gevallen heeft de aanvrager
zich uit de procedure teruggetrokken toen bleek dat de Wet Bibob
zou worden toegepast.
Op grond van de Wet Bibob kan een
bestuursorgaan een vergunning of een subsidie weigeren of intrekken
als er ernstig gevaar bestaat dat deze ook wordt gebruikt om
strafbare feiten te plegen of geld wit te wassen. Het gebruik van
de wet kwam langzaam op gang. Zo werden er in 2003 maar twee
adviezen door het Landelijk Bureau Bibob afgegeven, tegen 50 in
2004 en 72 in 2005. De verwachting is dat de duidelijk stijgende
lijn zal doorzetten. Inmiddels heeft 56 procent van de gemeenten
een Bibob-beleidslijn. Gemeenten passen het Bibob-intrument vooral
toe op de horeca- en prostitutiebranche, speelautomatenhallen en
coffeeshops.
Nog dit jaar stuurt het kabinet het
actieplan Bestuurlijke Aanpak van overlast en criminaliteit aan de
Tweede Kamer. Het actieplan bevat onder meer de oprichting van
regionale expertisecentra waar gemeenten ook terecht kunnen voor
ondersteuning bij Bibob-trajecten en de bestuurlijke aanpak van
witwaspraktijken in de vastgoedsector.
bron:MinJus